
Als een helderziende vrouw hen vertelt dat hun dochtertje nog bij hen is en dat John gevaar loopt, slaat hij haar waarschuwing in de wind. Maar wanneer hij een kleine gestalte door de verlaten stegen van Venetië ziet rennen, in eenzelfde rode regenjas als waarin zijn dochter verdronk, begint John een zoektocht. Naar zijn overleden dochter? Of naar iets waar zijn rationele geest zich aan kan vastklampen?