Voor de veertienjarige Adam heeft het leven in een arm Roemeens dorpje maar twee geneugten: boksen en zijn vriendje Julka. Na de gewelddadige dood van zijn vader leert Adam ook de harde kanten van het leven kennen. Zijn moeder hertrouwt en zijn stiefvader blijkt een grote bullebak die gehoorzaamheid eist. Langzamerhand valt alles weg waar Adam waarde aan hechtte en als zijn dode vader hem niet af en toe op zou zoeken, zou hij niet hebben geweten hoe het verder moest.