
Pietje Bell en zijn kornuiten hebben besloten om een circus op te richten en zetten al doende de boel op stelten. De circusvoorstelling is een groot succes, maar wanneer Pietje gaat optreden als goochelaar ontstaat er brand en vlucht het publiek gillend naar buiten. Pietje en Engeltje slagen erin het brandje te blussen en gaan er vandoor. Ze belanden op de schuit van de dieven Teun en Klok, worden gevangen gezet maar weten te ontsnappen én de dieven bij de commissaris van politie op te brengen. Tante Cato slaakt een zucht van verlichting.