
Will Hunting werkt als schoonmaker in een school in Boston. De rest van de tijd brengt hij door met vechten en het omzeilen van de wet. Op een dag blijkt dat Will een uitzonderlijk talent heeft voor wiskunde. Een leraar wil koste wat het kost dit talent uitbouwen, maar merkt dat Will overhoop ligt met zichzelf. De enigen die hem mogelijk kunnen helpen zijn een psycholoog en een studente geneeskunde.