
In de marge van een trieste en melancholische wereld leren twee tieners, Per en Annika, elkaar kennen in de tuin van het ziekenhuis. Zij bezoekt er haar tante, hij zijn opa. Het is hoogzomer, er kan geleefd worden. Wars van alle conventies die later hun leven zullen (ver)vormen, ontdekken ze onbezorgd de liefde en creëren ze hun eigen universum. Een aandoenlijk, bijna naïef universum en de enige hoop in deze wereld van volwassenen die zichzelf verloren hebben in hun dagelijks routine.