
Judith leidt een dubbelleven tussen Zwitserland en Frankrijk. Aan de ene kant Abdel, met wie ze een dochtertje opvoedt; aan de andere kant Melvil, met wie ze twee oudere jongens heeft. Geleidelijk vertoont dit breekbaar evenwicht van leugens, geheimen en heen en weer gaan gevaarlijke scheuren. Gevangen kiest Judith voor de vlucht naar voren, een duizelingwekkende escalatie.