In de veertiende eeuw, ten tijde van de Ming-dynastie, neemt de jonge Yang haar intrek in een verlaten vesting. Ze raakt bevriend met de moeder van de jonge schrijver Ku. Op een avond nodigt ze Ku uit en brengt de nacht met hem door. 's Ochtends worden ze opgeschrikt door een krijger die ze maar ternauwernood de baas blijven. Yang legt uit dat ze op de vlucht is voor de keizerlijke spionnen die haar vader hebben vermoord. Ze wacht het goede moment af om wraak te nemen.