De excentrieke Emil en zijn oudere broer Johan zijn mijnwerkers in een afgelegen oord. Ze zijn loonslaven, werkend onder het constante, oorverdovende gezoem van de machines die ze bedienen. De mijnwerkers wonen in prefab-schuren en brengen hun dagen door jagend op alleenstaande vrouwen in de stad, en kijkend naar een instructievideo over het afvuren van een antiek geweer. Weinig nemen notie van Emil totdat hij wordt verdacht van het veroorzaken van de ernstige ziekte van een collega, wat leidt tot zijn verbanning.