In Namibië raakt de chauffeur van een touringcar de weg kwijt in de woestijn en komt zonder brandstof te zitten. De passagiers vinden water, voedsel en onderdak in een verlaten mijn. Om de verveling tegen te gaan, stelt een van de passagiers voor om Shakespeare's toneelstuk King Lear op te voeren. Met niks beters te doen beginnen de gestrande reizigers aan hun repetities. Langzaam lopen de spanningen op en onder de hete woestijnzon wordt het voor sommigen van hen moeilijk de grens tussen werkelijkheid en fictie te onderscheiden.