De dertigjarige Jakub ziet het even niet meer zitten: saaie baan, verhouding met getrouwde vrouw die haar man nooit zal verlaten en een goeiige vader die echter niets van zijn problemen wil weten. Een bezoek aan het verlaten huis van zijn grootvader, met een overwoekerde, maar paradijselijke tuin betekent een nieuwe start. Daar leest Jakub in het dagboek van zijn opa wat werkelijk belangrijk is: hoe je gras maait, bomen snoeit en een brood bakt.