De 27-jarige wees Kris woont al sinds haar tienertijd bij haar oom op een boerderij in Zuid-Jutland. Omdat hij door een beroerte gedeeltelijk invalide is geworden, zorgt ze voor hem en voor de boerderij. Hoewel ze niet veel praten, hebben ze een hechte relatie. Kris redt tijdens een bevalling een kalf, waarna een oude droom om dierenarts te worden herleeft. Dan ontmoet ze Mike die dwars door haar gereserveerde persoonlijkheid heen kijkt. Ze komt voor het dilemma te staan of ze op de boerderij wil blijven of haar hart zal volgen.