Susanne Wallner keert vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog terug naar haar oude appartement in Berlijn. Daar treft ze de huidige bewoner aan: de immer dronken en getraumatiseerde Dr. Hans Mertens. Susanne vraagt hem beleefd of hij zo snel mogelijk op zoek wil naar een eigen woning; tot die tijd mag hij blijven. In de daaropvolgende periode ontstaat een wederzijdse sympathie en uiteindelijk zelfs liefde tussen de twee huisgenoten.