Peru, 1988; in een tijd van grote politieke en financiële onrust, hyperinflatie en terroristisch geweld is de linkse guerrillabeweging ‘Lichtend Pad’ net in opkomst. Georgina Condori is een zwangere Andes-boerenvrouw die in een kale houten hut woont in een van de sloppenwijken aan de kust in de buurt van de hoofdstad Lima. Ze wordt naar de stad gelokt door een radioadvertentie die gratis 'medische hulp' belooft. Zodoende bevalt ze van haar baby in een kliniek in de binnenstad. Maar het personeel neemt haar pasgeboren dochter mee, zogenaamd voor routinecontroles. Helaas ziet ze haar kind nooit meer terug.