Als de Amerikaanse vrachtwagenchauffeur Paul Conroy zijn ogen opent in een houten kist komt het langzaam terug. Zijn konvooi werd door Irakese rebellen overvallen, hij verloor zijn collega’s uit het oog en raakte bewusteloos. Als hij zich realiseert waar hij is, dringt de gekmakende waarheid tot hem door: ze hebben hem levend begraven ergens in de woestijn. In zijn kist vindt hij een aansteker, een telefoon met camera en een zaklamp. Terwijl Paul probeert niet in paniek te raken en zijn familie, werkgever en het leger te bereiken voor hulp slaat de doodsangst onherroepelijk toe.