Ah-Ching en zijn drie vrienden hebben net eindexamen gedaan op hun school in het vissersdorpje Fengkuei op de Penghu eilanden, vlak voor de kust van Taiwan. Ze besteden hun vrije tijd vooral aan drinken en vechten, want werk is er niet. Drie van hen besluiten naar de havenstad Kaohsiung te gaan op het vaste land van Taiwan, om daar werk te zoeken. Ze vinden een appartement met hulp van familie, en Ah-Ching wordt verliefd op Hsiao-Hsing, de vriendin van één van hun buren, de kleine crimineel Ah-ho. Daar ondergaan ze de harde realiteit van de grote stad, terwijl Ah-ching zich steeds meer van zijn vrienden vervreemdt en zich steeds meer aangetrokken voelt tot Hsiao-Hsing.
